In mijn columns over uiterlijke kenmerken waar we ons voor kunnen schamen heb ik het enige tijd geleden gehad over te veel haar op de verkeerde plekken. Ik beloofde het toen ook eens te hebben over te weinig haar op de daartoe gewenste plekken, dat tot schaamte kan leiden. Dat doe ik nu.
Huid en haar
Haren zijn, net als nagels, een product van onze huid. Toen de mens nog aap was, was onze hele huid ermee begroeid (m.u.v. plekken waar dat niet handig was, zoals op mond, neus en achterwerk). De eerste mensen leefden in warme streken, maar inmiddels wordt er zelfs op de Noordpool gewoond en moeten we ons warm houden met kleding.
Zo bekeken, zou iemand met weinig haar dus meer ge-evolueerd zijn. Hoe kaler, hoe meer ontwikkeld, zou je denken. Kale mensen kunnen zich troosten met deze gedachte, maar deze vlieger gaat niet altijd op.
Hoe lang je haar kan worden en waar je haar hebt of krijgt, is voornamelijk erfelijk bepaald. Het heeft dus vooral te maken met hoe je in elkaar zit, met wie jij bent. Ook haatgroei maakt ieder mens uniek, of je nu erfelijk kaal bent of een wilde krullenbol hebt, die je elke dag weer driftig in model probeert te krijgen.
Haarverlies
Waar we tegenwoordig oksel- en schaamhaar afscheren, rust er, vooral bij vrouwen, een taboe op kaalheid op het hoofd. Maar dames, ook dat is, zoals het is.
Zijn er dan geen ziektes die kaalheid veroorzaken? Jazeker, maar dat zijn allemaal huidziekten. Dus als je hoofdhuid gezond is, hoort de hoeveelheid haar daarop erbij.
Regelmatig komen vrouwen op mijn spreekuur vanwege angst voor kaalheid, omdat ze ineens veel meer haar aantreffen in hun borstel of het doucheputje. Bijna zonder uitzondering zijn dat dan vrouwen met lang en/of donker haar. Die valt het namelijk het meest op als er tijdelijk meer haaruitval is. Dit overkomt echter iedereen zo af en toe.
Dat kan het geval zijn als je je haren te veel treitert, bijvoorbeeld door hard borstelen, een strakke paardenstaart of cosmetische (gif-)stoffen. Maar ook zo’n 4 maanden na een ernstige ziekte of anderszins ‘slecht in je vel zitten’. Als je huid het moeilijk heeft, valt 4 maanden later meer haar uit. En verder is onze haaruitval, net als bij dieren, die een zomer- en wintervacht hebben, wisselend gedurende het jaar.
Hormonale factor
Tenslotte is er ook nog een hormonale factor. Het vrouwelijk hormoon oestrogeen beschermt tegen hoofdhaaruitval. In de regel wordt bij vrouwen het hoofdhaar daarom dunner na de overgang. Tenzij ze veel vetweefsel hebben, want dat produceert ook oestrogeen. Dikke vrouwen hebben meestal dikker haar. En te magere vrouwen (anorexia) maken weinig oestrogenen en merken dat vaak aan hun hoofdhaar.
Qua beharing gaan oudere vrouwen dus meer op mannen lijken en krijgen ze vaak ook snor- en baardharen.
Er is ook wel onderzocht of kale mannen meer testosteron maken (“hoe meer hem, hoe minder haar”, was de gedachte), maar dat kon niet worden aangetoond.
Haarverzorging
Als je haar je lief is valt het sterk te overwegen om goed voor je huid te zorgen en ook voor een gezond gewicht. En wees verder tevreden met je haar. Want meer kun je er niet aan doen.
Wel nog een tip voor kaalhoofdigen: Draag zoveel mogelijk een hoofddeksel als je naar buiten gaat. Een kale hoofdhuid is immers uiterst gevoelig voor UV-stralen, die voor versnelde veroudering van de huid zorgen en eventueel ook voor vormen van huidkanker.